Wat ik heb? Een soepkom?

Het is het begin van de zomer. We zijn een weekend weg met een groep van ruim 30 personen. De organisatie heeft een locatie met zwembad en sauna geregeld. Het is zaterdagmiddag, de zon schijnt, het is heerlijk warm. Ik kleed me om in mijn bikini en op mijn teenslippers loop ik naar het zwembad.

Door de glazen pui zie ik de zon op het terras schijnen. Een mooi effect met al het groen eromheen. Een stukje verder zie ik al anderen in de sauna zitten. Tussen de sauna en het zwembad is slechts een raam. Da’s best raar. Ik besluit te gaan zwemmen, wat een heerlijke verkoeling. Na een uurtje zwemmen en overgooien met een bal, loop ik terug naar mijn kamer om te douchen en me weer aan te kleden, om daarna naar de eetzaal te gaan.

In de eetzaal staan verschillende tafeltjes omringd met oranje plastic stoelen tussen mooie grote groene planten. Een klein groepje vrijwilligers heeft gezorgd voor een warm buffet. Ik heb wel trek in eerst wat tomatensoep.

Ik sluit aan in de rij en pak alvast een soepkom. Dan vraagt de man achter mij: “Mag ik vragen wat je hebt?”
Ik kijk naar mijn handen en zeg op vragende toon: “Een soepkom?”

Dan legt hij uit, dat hij in het zwembad mijn littekens op mijn buik had gezien. Ooh, dát bedoelt hij. 
Zonder schaamte vertel ik, dat dat het resultaat is van meerdere operaties en een tijdelijk dubbelloops stoma.

Tegelijkertijd ben ik trots dat ik mijn littekens nu niet meer verberg, maar ze zelfs even vergeet, ook wanneer iedereen ze kan zien.