Het is zaterdagmiddag, ik ben vrij van mijn werk en ga weer eens uitgebreid winkelen. Omdat ik verwacht wel het een en ander te kopen ga ik met mijn auto naar het winkelcentrum. Twee verdiepingen omhoog de helling opgereden, sluit ik aan in de rij achter de andere zoekenden. Kris kras rijden we over het parkeerdek op zoek naar het ene plekje om de auto te kunnen stallen. Het duurde niet al te lang voor ik een plekje vond. Het was wat krap, maar paste nog prima.
Na enige tijd doorgebracht te hebben in het winkelcentrum kom ik terug bij mijn auto. Zoals gebruikelijk heb ik iets meer tassen bij me dan ik van tevoren had bedacht. Ik zet de tassen op de grond, zoek mijn autosleutels op en ontgrendel mijn auto. De tassen verdwijnen in de kofferbak. Gelukkig regent het niet, want anders had ik nu een natte kofferbak en gescheurde kartonnen tassen. Dan wil ik instappen…
Hmm, dat wordt lastig. In de tijd dat ik aan het winkelen ben geweest is er een andere mobilist naast mij geparkeerd. Deze automobilist heeft zijn auto zo dicht tegen de witte streep aan geparkeerd dat er maar weinig ruimte overblijft. Aan de bijrijderskant was het al krap, maar nu kan ik ook niet meer instappen aan de bestuurderskant.
Dan komt het dilemma: Ga ik maar wat meer winkelen? Eigenlijk ben ik er wel klaar mee. Ik heb weer genoeg geld uitgegeven. Ga ik wachten? Tja, hoe lang zou het dan gaan duren.
En dan neem ik het besluit: de kofferbak!
Ik open de kofferbak opnieuw, schuif de tassen naar een kant. De knop voor het neerleggen van de helft van de achterbank zit boven de rugleuning, dat maakt het makkelijker. Hmm dan die hoedenplank. Ik haal hem los en leg hem dwars over de nog rechtopstaande rugleuning. Daar is mijn doorgang naar de voorstoelen. Ik stap in de kofferbak, goed bukken om mijn rug niet te stoten (blij dat ik geen sedan heb), op mijn beide knieën schuifel ik langzaam naar voren. Ik wurm me tussen de voorstoelen, uitkijkend voor de versnellingspook lukt het me om in mijn stoel te gaan zitten zonder mijn knieën te stoten tegen het stuur. Ik voel me trots, toch best een goede oplossing zo. Totdat ik vlak naast me de auto zie bewegen….
Misschien de volgende keer toch maar even wachten?